Marissa
Zonder paard
Updated: Apr 14, 2021
Op zaterdagochtend ga ik graag naar de markt in het centrum van Rijswijk, rond de oude Hervormde kerk. Er is een bloemenkraam waarin marktlui luidruchtig hun schreeuwerige boeketten aan je opdringen. Verderop fladderen behaaglijke sjaals en truien in de wind. De viskraam stinkt je al van verre tegemoet.
Kijk, daar heb je het draaiorgel. Kees de orgelman rammelt met het koperkleurige centenbakje. Sinds een jaar speelt het orgel zonder paard. Het paard trok de kar, maar dat moet Kees nu zelf doen. Er zit gelukkig een motortje op, maar Kees kijkt er bepaald niet vrolijk bij. Dat deed hij overigens voorheen ook al niet.
Ik lees op Facebook dat het paard Boris heette. Een beetje een vies paard, dat kwijlde als iemand hem een wortel voerde, zoals de man met downsyndroom vaak deed als hij met zijn bejaarde moeder bij het paard stond te kijken.
Voor mij betekent het draaiorgel dorpse gemoedelijkheid als ik op zaterdag over de markt slenter. Je komt het overal tegen: bij de kerk, bij de bloemenkraam, bij de slager en even later voor de Hema.

In de Hema liet ik me een keer ontvallen dat ik het zo gezellig vond, die draaiorgelmuziek. De medewerkster keek me strak aan en rolde met haar ogen. ‘Alsjeblieft zeg, gék word ik van dat ding!’ Al jaren stopt het orgel bij hen voor de deur en draait z’n vaste muziekrondje. Dat valt beslist niet bij iedereen in de smaak.
Foto van Facebook: Boris en het draaiorgel in betere dagen.
Kees heeft ook moderne muziek waarmee hij ons, nou laat ik zeggen: mij verblijdt. Of dat met een echt kartonnen orgelboek gaat of dat er soms een klein computertje in het orgel verstopt zit, dat maakt me niet uit. Of het nou de dutsige ouderwetse deuntjes of juist de kitscherige nieuwerwetse klanken zijn, dit alles bij elkaar, het winkelend publiek, de joviale marktlui; dat is de charme van de zaterdagochtend.
Maar helaas wel zonder paard.